Verslag van de realisatie in 1ALb
Bij de uitvoering van dit project was de realisatie van de werkstukken de grootste uitdaging. Om mijn innoverend project te testen, werd de klas 1ALb uitgekozen. Dit is een klas met 20 enthousiaste leerlingen die met veel plezier wilden meewerken.
Voorafgaand aan de werkstukken hadden de leerlingen reeds kennis gemaakt met de verschillende soorten afbeeldingen en hadden ze projectietekenen en de ploftekening van naderbij bekeken. In de laatste les voor de realisatie van het werkstuk, had ik de leerlingen gevraagd welk werkstuk ze graag zouden maken. Op deze manier kon voldoende materiaal voorzien worden. Ik had geluk, elk groepje bestond ongeveer uit 5 leerlingen.
Voor de uitvoering van het werkstukje waren 3 lesblokken van 2 lesuren voorzien.
Donderdag 22 november, 28 november en 6 december 2012.
Voor de start van elk lesblok heb ik de klas opgedeeld in vier hoeken. In elke hoek konden de leerlingen aan een bepaald werkstuk werken. Het voordeel was dat 1ALb de eerste twee lesuren op donderdag les had. Ik kon dus vooraf alles op een rustige manier klaarzetten.
De eerste les moesten alle werkstukjes opgestart worden. Als eerste heb ik de leerlingen de opdracht gegeven om hun instructiebundel door te nemen. Degenen die de volgende les materiaal van thuis nodig hadden, moesten dit ook in hun schoolagenda noteren. Bijvoorbeeld een batterij voor het sfeerlampje, 4 knopen voor de keukenschort, ...
Groep per groep ben dan ik rondgegaan om eventuele extra uitleg te geven.
De leerlingen die hadden gekozen voor het vogelkastje of het sfeerlampje konden zelf al aan de slag met de houtbewerking aangezien ze dit al geleerd hadden bij een vorig werkstuk.
De groep die voor de marsepeinen figuurtjes koos, moest naar een videofragment kijken en daarna hun handen wassen.
Ik begon dus eerst bij de groep die een keukenschortje wou maken. Om te beginnen heb ik hen uitgelegd hoe ze met een patroontekening moesten werken.
Daarna ging ik over naar de marsepeinmakers en controleerde ik het recept dat de ze aan de hand van het filmpje hadden opgesteld, alsook de voedingsmiddelen die ze hadden afgewogen. Dit laatste bleek nodig, want ze hadden al een fout gemaakt bij het afwegen.
Daarna kon ik verder naar de groep van het vogelkastje om eventuele vragen of opmerkingen te behandelen.
Tot slot legde ik aan de groep met het sfeerlampje de werking van de figuurzaag uit. Dit was immers een gereedschap waar de leerlingen nog niet mee gewerkt hadden.
De leerlingen van het vogelnestkastje hadden geen specifieke nieuwe uitleg nodig, bij hen ging ik langs om vragen te beantwoorden waar nodig.
Daarna keerde ik terug naar de groep met de keukenschortjes om hen de werking van de naaimachine uit te leggen en te demonstreren. Ik heb elke leerling laten oefenen op een testlapje stof terwijl ik toekeek. Op deze manier kon ik zien of ze de naaimachine correct gebruikten.
Waar nodig kreeg ik ook de assistentie van mijn beide mentoren.
Alle leerlingen werkten tot het einde van de les verder op hun eigen tempo terwijl ik rondging om eventuele vragen te beantwoorden, problemen te helpen oplossen of te coachen.
Tijdens het tweede lesblok konden de leerlingen met keukenschortjes en vogelkastje zonder problemen verder werken. Ook de leerlingen met een sfeerlampje hadden nog werk met de figuurzaag.
Als eerste ging ik dus naar de groep marsepeinmakers, die net hun handen hadden gewassen. Ik bij het begin het gebruik van voedingskleurstof getoond en uitgelegd dat ze altijd meer kleurstof konden toevoegen, maar niet meer wegnemen.
Nadien demonstreerde ik nogmaals het gebruik van de naaimachine bij de groep van de keukenschortjes. Het was immers al een week geleden en een aantal leerlingen konden zich niet meer zo goed herinneren hoe ze correct met de machine moesten werken.
Daarna ging ik naar de groep van de sfeerlampjes om het aansluiten van de elektrische onderdelen uit te leggen. Het bedradingsschema sprak voor zich en dit was dan ook geen probleem voor de leerlingen.
Bij de groep van de vogelkastjes legde ik uit hoe je op een correcte manier een scharnier moet bevestigen. Dit was voor alle leerlingen immers de eerste keer.
Het verdere verloop van dit tweede lesblok ben ik rondgegaan om bij iedereen naar de vorderingen te vragen en om al een eerste feedback te geven. Waar nodig konden de leerlingen dus nog aanpassingen aanbrengen.
Tijdens het derde lesblok was het de bedoeling dat de leerlingen hun werkstuk afwerkten zodat het op het einde van de les beoordeeld kon worden.
Zowel de groep van de sfeerlampjes als de vogelkastjes konden beginnen met het schilderen van hun werkstuk. Na het schilderen legde ik ook uit hoe je correct moet werken met vernis in spuitbussen.
Terwijl deze twee groepen aan het schilderen waren, legde ik aan de marsepeinmakers uit hoe ze de geschenkdoos moesten maken. De technieken snijden, ritsen en plooien van papier (of dunne plastic) kenden de leerlingen al uit de lessen plastische opvoeding, dus dit onderdeel verliep vlot.
De leerlingen die een keukenschortje maakten, hadden nog het meeste werk. Aangezien het de laatste lessen voor de kerstvakantie waren, heb ik een handje toegestoken aan de naaimachine.
Leerlingen die op het einde van dit lesblok nog niet klaar waren, konden tijdens de middag hun werkstuk komen afwerken.
Maak jouw eigen website met JouwWeb